Noodverlichting voor explosieveilige omgevingen omvat voornamelijk stand-byverlichting, veiligheidsverlichting, evacuatieverlichting en reddingsverlichting voor noodgevallen. Bij het kiezen van producten is het cruciaal om zorgvuldig te werk te gaan. Hieronder geven we een overzicht van de belangrijkste parameters voor elk type noodverlichting, waaronder verlichtingsniveaus, omschakeltijden en de duur van continue stroomvoorziening.
1. Stand-by verlichting:
Stand-byverlichting wordt tijdelijk gebruikt als de normale verlichting uitvalt door storingen.
Verlichting: Mag niet minder zijn dan 10% van de standaard verlichtingsniveaus. In kritieke ruimten zoals brandcontrolekamers, pompkamers, rookafzuigkamers, distributieruimten en noodstroomruimten van hoogbouw moet de stand-byverlichting een normale werking garanderen.
Omschakeltijd: Mag niet langer zijn dan 15 seconden en voor bedrijfsruimten moet dit minder zijn dan 1,5 seconden.
Verbindingstijd: Normaal gesproken niet minder dan 20-30 minuten voor productiewerkplaatsen, waarbij communicatieknooppunten en substations moeten worden aangesloten totdat de normale verlichting is hersteld. Voor brandcontrolecentra in hoogbouw is meestal 1-2 uur nodig.
2. Veiligheidsverlichting:
Veiligheidsverlichting is ontworpen om de veiligheid te garanderen van personen in gevaarlijke situaties na het uitvallen van de gewone verlichting.
Verlichting: In het algemeen mag deze niet lager zijn dan 5% van normale verlichtingsniveaus. Voor bijzonder gevaarlijke omgevingen mag de verlichting niet lager zijn dan 10%. Voor medische ruimten en ruimten voor spoedeisende hulp, zoals noodcentra en operatiekamers, zijn standaard verlichtingsniveaus vereist.
Omschakeltijd: Mag niet langer zijn dan 0,5 seconden.
Duur van continu vermogen: Bepaald naar behoefte, meestal ongeveer 10 minuten voor workshops en enkele uren voor operatiekamers.
3. Evacuatieverlichting:
Evacuatieverlichting wordt geactiveerd om een veilige evacuatie te vergemakkelijken in geval van een incident dat leidt tot het uitvallen van de normale verlichting.
Verlichting: Niet minder dan 0,5 lux; bij gebruik van fluorescentielampen moet de helderheid voldoende worden verhoogd.
Omschakeltijd: Niet meer dan 1 seconde.
Duur van continu vermogen: Ten minste 20 minuten voor systemen op batterijen en ten minste 30 minuten voor gebouwen hoger dan 100 m.
4. Reddingsverlichting voor noodgevallen:
Noodverlichting verwijst naar de systemen die worden gebruikt door fabrieken, bedrijven en openbare instellingen onder speciale omstandigheden.
Verlichting: Varieert op basis van de locatieomgeving en het toepassingsgebied, waarbij verschillende lichtstroomniveaus worden geselecteerd om te voldoen aan de behoefte aan noodverlichting.
Kenmerken: De meeste noodverlichtingsapparaten zijn explosiebestendig, waterdicht en corrosiebestendig en functioneren goed in zware omstandigheden, waaronder corrosieve omgevingen, zware regenval en stoffige omgevingen, en zijn zeer goed bestand tegen schokken en trillingen.