1. Problemen oplossen met een niet-operationele explosieveilige airconditioner
i. Controleer of de voeding actief is met een spanningsbereik van 220V (380V) ±10% (te testen met een multimeter of pennenmeetapparaat).
ii. Controleer of de batterij in de afstandsbediening voldoende stroom levert (controleer of het LCD-scherm helder is).
iii. Controleer of alle parameterinstellingen, zoals operationele status en temperatuur, correct zijn geconfigureerd.
iv. Zoek naar mogelijke elektromagnetische storingen in de buurt van de binnenunit, zoals tl-verlichting, die het signaal van de afstandsbediening kunnen verstoren.
2. Onvoldoende koeling in explosiebeveiligde airconditioners aanpakken
i. Controleer of alle deuren en ramen goed gesloten zijn en identificeer eventuele nieuwe interne warmtebronnen.
ii. Controleer of het filter schoon is en of de ventilatieopeningen binnen en buiten vrij zijn van circulatieproblemen.
iii. Controleer of de instellingen, met name de ventilatorsnelheid, correct zijn ingesteld op hoog voor maximale koeling.
iv. Controleer de buitenunit op optimale warmte-uitwisselingscondities en controleer op invloeden van direct zonlicht of naburige airconditioners.
3. Oplossen van druppelen of lekken in explosieveilige airconditioners
i. Controleer de afvoerbuis op verdraaiingen, afplatting of breuken.
ii. Controleer of de afvoer boven het waterniveau is en niet onder water staat.
iii. Controleer de integriteit van de verbinding tussen binnen- en buitenunits en omwikkel blootliggende delen met hoogwaardig isolatiemateriaal.
4. Beperking van overmatig geluid in explosiebestendige airconditioners
i. Bepaal of de airconditioner de geluidsbron is.
ii. Merk op dat geluiden van interne plastic onderdelen tijdens het opstarten of afsluiten als gevolg van uitzetting of inkrimping door temperatuur normaal zijn.
iii. Controleer of de binnen- en buitenunits stevig aan de muur bevestigd zijn.
iv. Zorg ervoor dat verbindingsbuizen, zowel binnen als buiten, stevig zijn bevestigd en niet in contact komen met andere apparatuur of voorwerpen.
Bij het opstarten of afsluiten is het aanvankelijk luide luchtstroomgeluid van het koelmiddel voordat er evenwicht is, standaard. Warmtepomp-airconditioners genieten de voorkeur vanwege hun efficiëntie in zowel de koel- als de verwarmingsmodus. Hier zijn enkele scenario's die je kunt tegenkomen:
i. Als bij het opstarten de buitenunit wordt geactiveerd om te verwarmen terwijl de binnenunit inactief blijft, is dit standaard koude lucht preventie. De binnenunit werkt zodra hij voldoende warmte heeft opgeslagen.
ii. Tijdens koudere omstandigheden is het normaal dat de binnenunit na een verwarmingscyclus enkele minuten pauzeert. Deze pauze maakt ontdooien mogelijk, aangezien de opeenhoping van vorst op de warmtewisselaar van de buitenunit de verdere warmteoverdracht kan belemmeren.
iii. Als de ventilatorsnelheid en geleidingsschoepen niet altijd reageren op opdrachten van de afstandsbediening, komt dit doordat de microcomputer van de airconditioner verschillende vaste werkingsmodi opslaat om optimale prestaties onder specifieke omstandigheden te garanderen.
Voor de veiligheid wordt gebruikers aangeraden de airconditioner aan te sluiten op een speciaal circuit vanwege het hoge stroomverbruik. Dit helpt ook om interferentie met andere huishoudelijke apparaten te verminderen.
Volgens de elektrische veiligheidsnormen moet de apparatuur een goede aarding hebben. Verbind de aardedraad nooit met gasleidingen, maar gebruik de stalen wapening van het gebouw als aardelektrode. Verder moet het circuit worden uitgerust met een zekering van de juiste waarde. Omdat airconditioners complexe elektromechanische producten zijn, kunnen er allerlei problemen optreden. Als u een probleem niet kunt oplossen met een eerste diagnose, is het van cruciaal belang om contact op te nemen met professionele technici voor reparatie om verdere risico's te vermijden en een veilige werking te garanderen.