Gassoorten voor elektrische overdrukapparatuur
De beschermende gassen die in elektrische overdrukapparatuur worden gebruikt, mogen niet ontvlambaar zijn en mogen niet uit zichzelf kunnen ontbranden. Bovendien mogen deze gassen de integriteit van de overdrukbehuizing, de leidingen en aansluitingen niet in gevaar brengen en mogen ze de normale werking van de elektrische apparatuur niet beïnvloeden.
Daarom zijn schone lucht en sommige inerte gassen, zoals stikstof, geschikt om bescherming te bieden.
Het is echter belangrijk om op te merken dat bij het gebruik van inerte gassen als beschermend middel, men zich bewust moet zijn van de mogelijke verstikkingsgevaren die ze met zich meebrengen.
Temperatuur van het gas
De temperatuur van het beschermgas bij de inlaat van de overdrukkast mag meestal niet hoger zijn dan 40°C. Dit is een cruciale overweging.
In bepaalde speciale scenario's kan de temperatuur van het beschermgas aanzienlijk stijgen of dalen. In dergelijke gevallen moet de maximaal of minimaal toelaatbare temperatuur duidelijk worden aangegeven op de behuizing van de elektrische overdrukapparatuur. Soms is het ook nodig om na te gaan hoe schade aan elektrische componenten door te hoge temperaturen kan worden voorkomen, hoe bevriezing bij lage temperaturen kan worden vermeden en hoe het "ademhalingseffect", veroorzaakt door afwisselend hoge en lage temperaturen, kan worden voorkomen.