1. Interne indeling: Elektrische onderdelen en De bedrading in de doos moet netjes georganiseerd zijn, duidelijk gelabeld en esthetisch gerangschikt. voor eenvoudig onderhoud. De binnenkant moet vrij zijn van stof en vuil. Alle draden moeten onbeschadigd geïsoleerd zijn.
2. Draad Specificaties: De doorsnede van de draden moet voldoen aan de standaardvereistendie de normale werkstroom met enige marge aankan.
3. Draadbescherming: Draden mogen niet rechtstreeks aan de lucht worden blootgesteld. Wanneer bijvoorbeeld een explosieveilige drukkast wordt aangesloten op een audiovisuele alarmlijn, moet een explosieveilige flexibele leiding worden gebruikt.
4. Kabelafdichting: In- en uitlaatkabels moeten door rubberen afdichtingsringen lopen, vastgezet met sluitringen en compressiemoeren om de afdichting van de explosieveilige behuizing intact te houden. Kabels mogen niet los zitten.
5. Plaatsing van componenten in drukbehuizingen: Interne elektrische componenten, zoals frequentieomzetters, moeten dicht bij de luchtinlaat en uit de buurt van de luchtuitlaat worden geplaatst.
6. Aarding van metalen kasten: Metalen explosieveilige verdeelkasten moeten betrouwbaar worden geaardmet de aardingsdraad aangesloten op de buitenmantel van de kast. Bij driefasige systemen zonder neutrale draad moet de aardedraad een doorsnede hebben van minstens 4mm². In een driefasig systeem met drie draden moet de doorsnede van de aardedraad ook minstens 4mm² zijn.
7. Aanhouden van bedrading: De bedrading moet strikt het schema volgen. De draden moeten voorzien zijn van de juiste labels om een veilige aansluiting op de aansluitklemmen te garanderen.