De explosieveilige markering in explosieveilige verlichtingsarmaturen is een label dat de explosieveiligheidsklasse, temperatuurgroep, type en toepassingsgebieden van de verlichtingsarmatuur beschrijft.
Uitleg van explosieveilige markering:
Volgens de GB 3836-normen omvat de explosieveilige markering van verlichtingsarmaturen:
Explosieveilig Type + Apparatuurcategorie + (Gasgroep) + Temperatuurgroep.
1. Explosiebestendig Type:
Tabel 1 Basistypen explosieveilige systemen
Explosieveilige vorm | Explosieveilig bord | Explosieveilige vorm | Explosieveilig bord |
---|---|---|---|
Drukvast type | EX d | Zandgevuld type | EX q |
Type verhoogde veiligheid | EX e | Inkapseling | EX m |
Barotroop type | EX p | N-type | EX n |
Intrinsiek veilig type | EX ia EX i | Speciaal type | EX s |
Type olie-invasie | EX o | Stofexplosiebestendig type | EX A EX B |
2. Apparatuurcategorie:
Elektrische apparatuur voor explosieve gasatmosferen is onderverdeeld in:
Klasse I: Voor gebruik in kolenmijnen;
Klasse II: Voor gebruik in explosieve gasatmosferen anders dan kolenmijnen.
Explosieveilig "d" klasse II en intrinsieke veiligheid "i" elektrische apparatuur wordt verder onderverdeeld in IIA, IIB en IIC klassen.
Elektrische apparatuur voor omgevingen met brandbaar stof wordt onderverdeeld in:
Type A stofdichte apparatuur; Type B stofdichte apparatuur;
Type A stofdichte apparatuur; Type B stofdichte apparatuur.
3. Uitleg van explosieveilige markering:
Het vermogen van een explosief gasmengsel om een explosie voort te planten, geeft de mate van explosiegevaar aan. Hoe groter het vermogen om een explosie voort te planten, hoe groter het gevaar. Dit vermogen kan worden weergegeven door de maximale experimentele veilige spleet. Daarnaast geeft het gemak waarmee explosieve gassen, dampen of nevels kunnen worden ontstoken ook de mate van explosiegevaar aan, weergegeven door de minimale ontstekingsstroomverhouding. Explosieveilig of intrinsiek veilig elektrisch materiaal van klasse II wordt verder ingedeeld in IIA, IIB en IIC op basis van de toepasselijke maximale experimentele veiligheidsafstand of minimale ontsteekstroomverhouding.
Tabel 2 Verband tussen de groep explosieve gasmengsels en de maximale experimentele veiligheidsafstand of minimale ontsteekstroomverhouding
Gasgroep | Maximale test veiligheidsafstand MESG (m m) | Minimale ontstekingsstroomverhouding MICR |
---|---|---|
IIA | MESG≥0,9 | MICR>0,8 |
IIB | 0,9>MESG≥0,5 | 0,8≥MICR≥0,45 |
IIC | 0,5≥MESG | 0,45>MICR |
4. Temperatuurgroep:
De ontstekingstemperatuur van een explosief gasmengsel is de grenstemperatuur waarbij het kan ontbranden.
Elektrische apparatuur wordt ingedeeld in de groepen T1 tot T6 op basis van hun hoogste oppervlaktetemperatuur, waarbij ervoor wordt gezorgd dat de maximale oppervlaktetemperatuur van de apparatuur de toegestane waarde van de overeenkomstige temperatuurgroep niet overschrijdt. De relatie tussen temperatuurgroepen, oppervlaktetemperatuur van de apparatuur en de ontstekingstemperatuur van ontvlambare gassen of dampen wordt weergegeven in Tabel 3.
Tabel 3 Verband tussen temperatuurgroepen, oppervlaktetemperatuur van apparatuur en ontbrandingstemperatuur van brandbare gassen of dampen
Temperatuurniveau IEC/EN/GB 3836 | De hoogste oppervlaktetemperatuur van de apparatuur T [℃] | Verbrandingstemperatuur van brandbare stoffen [℃] |
---|---|---|
T1 | 450 | T>450 |
T2 | 300 | 450≥T>300 |
T3 | 200 | 300≥T>200 |
T4 | 135 | 200≥T>135 |
T5 | 100 | 135≥T>100 |
T6 | 85 | 100≥T>8 |
5. Eisen voor het plaatsen van markeringen:
(1) Markeringen moeten duidelijk zichtbaar op het hoofdgedeelte van het elektrisch materiaal zijn aangebracht;
(2) De markeringen moeten duidelijk en duurzaam blijven bij mogelijke chemische corrosie. Markeringen zoals Ex, explosieveilig type, categorie en temperatuurgroep kunnen in reliëf of reliëf worden aangebracht op de zichtbare delen van de behuizing. Het materiaal voor de markeringsplaat moet chemisch resistent zijn, zoals brons, messing of roestvrij staal.