Explosieveilige airconditioners vereisen het gebruik van superieure isolatiematerialen om een veilige en betrouwbare werking te garanderen. Gewoonlijk worden isolatiematerialen in drie vormen ingedeeld: gasvormig, vloeibaar en vast. Gasvormige isolatoren worden gebruikt onder hoogspanning, vloeibare isolatoren voornamelijk als minerale olie in laagspanningstransformatoren, terwijl vaste isolatoren voornamelijk worden gebruikt in de isolatiecomponenten van elektrische apparaten.
Eisen voor isolatiematerialen:
1. Vaste isolatoren moeten het volgende bezitten Onbrandbare en vlamvertragende eigenschappen.
2. Massieve isolatoren moeten vertonen een minimale vochtopname.
3. Vaste isolatoren zijn moeten bestand zijn tegen vlambogen.
4. Massieve isolatoren moeten tonen een uitstekende hittebestendigheid.
De hittebestendigheid van vaste isolatie geeft aan bij welke temperatuur deze materialen langdurig kunnen werken zonder te verslechteren. Vaste isolatoren moeten robuuste mechanische eigenschappen behouden wanneer de temperatuur hoger is dan 20,0℃ en mogen niet lager zijn dan 80,0℃ vanaf de continue bedrijfstemperatuur van de apparatuur. Verschillende elektrische apparaten vereisen verschillende niveaus van hittebestendigheid.
De hittebestendigheid van vaste isolatoren is ingedeeld in acht klassen: Y, A, E, B, F, H, C. Veel gebruikte isolatiematerialen zijn onder andere triazine asbest vlamboogbestendige kunststof en DMC kunststof, waarvan de drempeltemperatuur tussen 130-155℃ ligt. Elektrische apparatuur met verbeterde veiligheid schrijft ook voor dat de wikkelingen van motoren, transformatoren en elektromagneten bedekt moeten zijn met ten minste twee lagen isolatiemateriaal voor blanke draden, ten minste één laag voor draden met dunne emaillaag en QZ-2 type voor draden met dikke emaillaag.
Tegelijkertijd moet de wikkeling een van de impregneertechnieken gebruiken: onderdompelen, druppelen of vacuüm impregneren. Borstel- en spuitmethoden mogen niet worden gebruikt voor impregnatie. Als organische oplosmiddelen worden gebruikt als impregneermiddel, moeten er twee impregneer- en droogbeurten worden uitgevoerd. Spoelen met een diameter van minder dan 0,25 mm zijn verboden voor elektrische apparatuur met verbeterde veiligheid. In speciale gevallen kunnen spoelen worden verwerkt tot intrinsiek veilige of verzegelde structuren.