Installatieprincipes voor explosieveilige elektrische componenten

Na de configuratie van de componenten is het essentieel om een installatiemethode te kiezen die is afgestemd op hun structurele kenmerken, waarbij altijd deze fundamentele richtlijnen moeten worden gevolgd:

1. Binnenin de apparatuur moet het montagepaneel (of -stuk) voorzien zijn van vier montagegaten om een stevige passing te garanderen. Het is van vitaal belang dat er tijdens de werking van de apparatuur geen onderdelen loskomen.

2. Bij assemblages met bout- (of schroef-) en moerverbindingen zijn veerringen (65Mn) verplicht. Zorg er bij het vastzetten voor dat de veerring net genoeg wordt samengedrukt om plat te worden, vermijd te hard aandraaien. Te hard aandraaien gedurende langere tijd kan leiden tot verlies van elasticiteit in de veerring.

3. Wanneer bouten en moeren worden bevestigd aan niet-metalen onderdelen, moeten vlakke sluitringen tussen de veerring en de basis worden geplaatst om directe samendrukking te voorkomen. Als er directe druk van de veerring op de basis wordt uitgeoefend, kunnen er krassen op het oppervlak ontstaan en kan de basis beschadigd raken.